Interview: Babette Tierie

Fotografie: Rick Huisinga


GEMEENSCHAPSKRACHT UIT DE KLEINE KERN BIEDT KANSEN VOOR DE TOEKOMST

Gemeenschapskracht leeft volop in de kleine kernen van onze provincie. Hoe kunnen we de gedrevenheid van bewoners nog beter benutten en wat brengt ons dat voor de toekomst? Daarvoor ging de provincie Utrecht samen met Stichting Omzien naar Elkaar 'op expeditie' met het project Vliegwiel van gemeenschapskracht. De resultaten en inzichten van fase 1 zijn geoogst. En de reis gaat verder.

Gemeenschapskracht is niets nieuws. Inwoners die de drive hebben om te werken aan de leefbaarheid van hun wijk of dorp, zijn er altijd geweest. Jitske Tiemersma, coördinator bij Stichting Omzien naar Elkaar, is zo’n persoon. Een actieve inwoner die liever niet afwachtend langs de zijlijn staat. Maar bovenal is zij een professional die haar kennis en ervaring inzet om bewonersinitiatieven te stimuleren. Sinds het prille begin maakt ze deel uit van Omzien naar Elkaar. Een netwerk dat in 2012 ontstond om bewonersinitiatieven in het sociale domein te stimuleren en te ondersteunen. “In die beginperiode gingen we als echte missionarissen op pad op zoek naar inclusieve bewonersinitiatieven,” vertelt Jitske. “We sloten aan bij overleggen van inwoners of van woonzorginstellingen om te onderzoeken wat zij nodig hadden. En we probeerden ze daarbij zo goed mogelijk te ondersteunen.” Zeven jaar later is Omzien naar Elkaar Utrechts regionale netwerk voor bewonersinitiatieven in wonen, welzijn en gezondheid. Uitgegroeid van drie naar honderdvijftig initiatieven die het heft in eigen handen nemen als het gaat om hun leefomgeving en sociale cohesie. Sinds 2019 is het netwerk een waardevolle versterking in het volbrengen van de expeditie van de provincie Utrecht: Vliegwiel van gemeenschapskracht. Omzien naar Elkaar heeft daarvoor de samenwerking gezocht met Natuur- en milieufederatie Utrecht en Zorgbelang Inclusief. Allebei partners met een groot netwerk en veel kennis en ervaring als het gaat om bewonersinitiatieven.

Leren door te doen

We moeten iets doen met kleine kernen. Zo luidde de opdracht van de Provinciale Staten van Utrecht. Het is Carola Berkelaar van de provincie Utrecht die deze opdracht aanpakt. Als landschapsontwerper bij de provincie Utrecht is ze gewend om op een ontwikkelingsgerichte manier te werken: ontwikkelen door te doen en luisteren naar betrokkenen uit alle lagen van de samenleving. Gewoon proberen en leren van eventuele mislukkingen, daar draait het om in deze expeditie. Maar wat we verstaan we onder kleine kernen in een verstedelijkte provincie? Welke leefgemeenschappen en culturen zijn er? De Universiteit van Utrecht deed onderzoek en kwam tot de conclusie dat de enorme diversiteit in de provincie kenmerkend is. Tussen een dorp als Kockengen en een stad als Hilversum zit een wereld van verschil. Carola: “Zegveld is een voorbeeld van zo'n kleine kern. De bewoners van het dorp hebben zelf een zorgsysteem opgezet en een eigen aannemer uit het dorp is een wijk aan het bouwen. Zo hebben we in Utrecht heel veel verschillende dorpen, die nu al van alles zelf doen."

Elkaar gevonden Intussen is Omzien naar Elkaar bezig met een plan om meer positie te verwerven om de kansen voor bewonersinitiatieven te vergroten. Dat doen ze samen met diverse partnerorganisaties en koplopers. Met de ambitieuze doe-agenda die daar uitrolt, stapt Jitske naar de provincie. "We wilden een kennisinfrastructuur opbouwen en laten zien welke ontwikkelingen er mogelijk zijn als we bewonersinitiatieven beter ondersteunen. Daarvoor hadden we partners en positie nodig." Precies op het goede moment treft ze Carola, die net het onderzoek over kleine kernen in Utrecht binnen heeft. Het projectvoorstel waarmee Jitske aanklopt, blijkt perfect aan te sluiten op de doelen van de provincie.

‘‘We streefden tijdens de expeditie naar een gelijkwaardige samenwerking tussen bewonersinitiatieven, politiek en organisatie’’
- Jitske

Waarom is de samenwerking tussen de provincie Utrecht en Stichting Omzien naar Elkaar zo waardevol?

Carola: “Omzien naar Elkaar heeft een bijzonder groot netwerk. Dat netwerk en de kennis die dat met zich meebrengt, hadden wij nodig om iets te doen met de kleine kernen in onze provincie. Jitske heeft de contacten gelegd voor het samenstellen van een zogeheten verkennersgroep met experts. Zelf weet ik natuurlijk de weg binnen de provincie en opende ik voor haar deuren bij Provinciale en Gedeputeerde Staten.”

Hoe zijn jullie gestart met het project Vliegwiel van gemeenschapskracht?

Jitske: “Door simpelweg gewoon te beginnen. We hadden een praktisch projectplan klaar, een ruwe schets. Daar zijn we verder over gaan praten. We hebben ons gericht op de leefbaarheid van de kleine kernen en koppelden daar verschillende bewonersinitiatieven aan. De officiële aftrap van Vliegwiel van gemeenschapskracht was de startbijeenkomst op 8 juli 2019. Aan tafel zat een gemixte groep van initiatiefnemers, experts, gemeenteleden, Statenleden en provinciale ambtenaren. Zelfs een burgemeester en een gedeputeerde waren aanwezig. De startbijeenkomst draaide om twee vragen: Er is volop gemeenschapskracht in de provincie, hoe kan die verder worden versterkt? En welke rol speelt de provincie hierin, nu en in de toekomst?”

‘‘We wilden een kennisinfrastructuur opbouwen en laten zien welke ontwikkelingen er mogelijk zijn als we bewonersinitiatieven beter ondersteunen’’
- Carola
‘‘Het gesprek moet gaan over wat bewonersinitiatieven echt nodig hebben: een back-up, kennis en expertise om dingen goed te kunnen regelen’’

Jullie hebben bewonersinitiatieven en verkenners gezocht. Hoe zijn jullie tot een keuze gekomen?

Jitske: “We wilden scherp krijgen welke vragen we zouden gaan onderzoeken. Daarvoor hebben we verkenners ingezet: koplopers uit bewonersinitiatieven, ambtenaren, Statenleden en kennisexperts met een netwerk die initiatieven kunnen ondersteunen. Voor de pilots zijn we op zoek gegaan naar bewonersinitiatieven met een duidelijke ambitie. We begonnen met een longlist van meer dan honderd initiatieven. Die brachten we terug tot een shortlist van twaalf initiatieven. Uiteindelijk zijn we er met vier aan de slag gegaan.”

Hoe hebben jullie het project aangepakt?

Carola: “Vliegwiel van gemeenschapskracht is een experimenteel project. Normaal gesproken wordt er binnen de provincie nog niet zo sterk op deze omgevingsgerichte manier gewerkt. Maar het is een aanpak die we graag vaker willen toepassen. Beginnen, uitproberen en mislukkingen zien als leermomenten op weg naar succes.” Jitske: “We streefden tijdens de expeditie naar een gelijkwaardige samenwerking tussen bewonersinitiatieven, politiek en organisaties. En dat is gelukt. Het resultaat dat we hebben bereikt is ontstaan door co-creatie en ervaringsgericht leren, dat leverde een veel creatievere manier van denken op. We hebben alles samengedaan: met Statenleden, ambtenaren, initiatieven, experts, koplopers uit het gebied en ook nog eens samen met andere provincies.”

Hoe heeft het project zich in de loop van de expeditie ontwikkeld?

Jitske: “De onderzoeksvragen waarmee we startten kregen in de loop van het project steeds meer verdieping. Heeft de provincie wel een rol en welke dan, was een voorbeeld van zo’n vraag. Daarnaast veranderde de context in de loop van de expeditie. We begonnen met een focus op kleine kernen en leefbaarheid, maar gaandeweg kwam er meer nadruk te liggen op de Sociale Agenda, die door de huidige provinciale coalitie als speerpunt is benoemd. Ook ontstond er meer aandacht voor de Omgevingswet en participatie.”

Wat waren de successen van Vliegwiel van gemeenschapskracht?

Carola: “De betrokkenheid van de Statenleden was heel groot. Ze waren niet alleen geïnteresseerd maar ook actief in het volgen en adviseren van de pilots. Dat biedt kansen voor de toekomst; om het werk anders te regelen rondom bewonersinitiatieven. Ze groeien in aantal en impact, maar lopen wel tegen allerlei obstakels en grenzen aan. Niet weten waar je moet zijn binnen een overheid of vastlopen in ingewikkelde regels bijvoorbeeld. Deze expeditie heeft aangetoond dat dit anders kan. De provincie moet niet alleen op ambtelijk niveau iets doen, maar ook bestuurlijk. Leiderschap tonen door het nemen van initiatief in de samenwerking met bewonersinitiatieven. Het project heeft daartoe verschillende concrete handreikingen gedaan.”

Waren er ook tegenvallers in het project?

Carola: “Bij projecten als deze kun je niet verwachten dat je in een rechte lijn van A naar B gaat. We kwamen weleens hobbels tegen op onze weg. Maar we hebben steeds geacteerd op wat er gebeurde, dus van missers wil ik niet spreken. Het is gegaan zoals het is gegaan en daar hebben we van geleerd en naar gehandeld. Juist van de dingen die tegenvallen, leer je nieuwe dingen.”

Hoe ging de samenwerking met inwoners?

Jitske: “Inwoners vonden het fijn om een duidelijke stem te hebben en dat er echt naar ze werd geluisterd. In de praktijk gebeurt dat natuurlijk al veel vaker. Maar het kan beter. Het unieke van deze expeditie is dat bewoners met veel meer worden geholpen dan alleen geld. Ze krijgen toegang tot een netwerk dat hen kan helpen bij het verwezenlijken van een plan. Dat biedt ook kansen voor de provincie aangezien bewonersinitiatieven kunnen helpen bij het behalen van doelen die je binnen een gebied wilt realiseren. Waarbij ze wel zelf bepalen hoe ze dat gaan aanpakken.”

‘‘Deze expeditie heeft laten zien dat je bewonersinitiatieven nodig hebt om bepaalde doelen te bereiken of taken te vervullen’’

Waar word je blij als je kijkt naar wat tot nu toe is bereikt?

Carola: “Bij de startbijeenkomst was er één gedeputeerde aanwezig en bij de eindbijeenkomst anderhalf jaar later zelfs twee. Dat was heel bijzonder, want normaal gesproken krijg je dat niet voor elkaar. Voor mij was dat het teken: dit project gaat landen. Dat komt ook omdat de provincie met de nieuwe omgevingsvisie een omslag aan het maken is in de manier van werken. Het voeren van gelijkwaardige gesprekken krijgt een vlucht, is mijn idee. Het is daarbij wel belangrijk dat je over de juiste zaken het gesprek aangaat.”

Waarover moet het gesprek gaan?

Carola: “Het gesprek moet gaan over wat bewonersinitiatieven echt nodig hebben: een back-up, kennis en expertise om dingen goed te kunnen regelen. Ook heb je mensen nodig met een netwerk, die deuren voor je kunnen openen. En ambassadeurs die over jouw project praten, waardoor de naamsbekendheid groeit.” Jitske: “We moeten het ook hebben over hoe bewonersinitiatieven beter samen kunnen werken met de lokale en provinciale overheid en vice versa. Daarbij mogen bewonersinitiatieven verwachten dat er op ambtelijk en bestuurlijk niveau naar de initiatieven in de samenleving toe wordt bewogen. Gemeenschapskracht is namelijk hard nodig om lokale, regionale, nationale én globale maatschappelijke opgaven op te lossen.”

Fase 1 van de expeditie is afgerond, hoe gaat het nu verder?

Carola: “De volgende stap is het organiseren van een uitwisselingsnetwerk om verbinding te creëren tussen verschillende initiatieven. Bewonersinitiatieven hebben door hun ervaring veel kennis in huis waarmee ze andere bewonersinitiatieven kunnen helpen. Het is de kunst om die verschillende initiatieven bij elkaar te brengen. Samen met Omzien naar Elkaar zijn we een denktank gestart om te onderzoeken hoe we dat uitwisselingsnetwerk kunnen bouwen.” Jitske: “Daarbij is het van belang om de lessen die we hebben geleerd, te delen met bewonersinitiatieven die niet rechtstreeks betrokken waren bij het project. Zo kunnen ook zij profiteren van de inzichten die zijn opgedaan. We willen dat het maatschappelijk rendement van dit project zo groot mogelijk is. Net als het leerrendement voor de provincie.”

Wat is het belangrijkste resultaat van deze expeditie?

Carola: “We hebben de hele expeditie uitgebeeld in een praatplaat: een beeldende samenvatting van deze bijna twee jaar durende 'reis'. Daarnaast is elk pilotproject vastgelegd in een korte video (pagina Projecten). Verder heeft Omzien naar Elkaar een rapport geschreven waarmee we hopen zoveel mogelijk mensen uit de provinciale organisatie, gemeenten en andere actoren te inspireren. Deze expeditie heeft namelijk laten zien dat je bewonersinitiatieven nodig hebt om bepaalde doelen te bereiken of taken te vervullen. Ook voor inwoners kan Vliegwiel van gemeenschapskracht veel betekenen. Ze krijgen meer grip op hun omgeving en ze hebben een grotere stem in de uitvoering van plannen.” Jitske: “Een ander belangrijk resultaat is de echte samenwerking die tot stand is gebracht. Het is ons gelukt deze expeditie te volbrengen van begin tot eind, samen met bewonersinitiatieven, mensen uit verschillende lagen van de provincie Utrecht en mensen uit het gebied. Dat is niet vanzelfsprekend, maar we hebben nu gezien hoeveel het oplevert als je hier ruimte voor maakt. Het levert veel meer op dan alleen een aantal adviezen. Ook wederzijds respect en begrip, gezamenlijke ervaringen, gelijkwaardigheid, sterkere relaties en bovenal een gezamenlijke agenda naar de toekomst toe.”

Met welk gevoel kijk je terug op deze expeditie?

Jitske: “Het was een feest om op deze gelijkwaardige manier samen te werken met bewonersinitiatieven, Statenleden, ambtenaren en alle andere verkenners.” Carola: “Ik heb heel veel energie gekregen van deze expeditie! De video’s zie ik als het centrum van deze expeditie, ze zijn zo veelzeggend! Ze laten precies zien waar wij als provincie aan bij kunnen dragen. Binnen de provinciale organisatie heeft deze expeditie zich als een olievlek verspreid. Ik begon het als eenpitter, twee jaar later zit ik met acht collega’s aan tafel die allemaal met het thema bewonersinitiatieven meedenken.”

Wat betekent dit voor onze toekomstige samenleving?

Carola: “Om aan de slag te gaan met deze grote thema’s, zoals gezondheid, gelijke kansen, participatie, wonen en energie, kun je op lokaal niveau de eerste stap zetten. Dat bewijst deze expeditie. We hebben nu al gezien hoe goed deze expeditie is geland binnen de provincie. Als we doorzetten, verwacht ik dat bewonersinitiatieven ons op termijn niet meer nodig hebben. Met een goed uitwisselingnetwerk weten ze elkaar dan te vinden.” Jitske: “De maatschappelijke opgaven waarmee we worden geconfronteerd zijn heel uitdagend. Die kunnen de overheid of bedrijfsleven niet alleen oplossen. Als inwoners hebben we er allemaal een rol in en ik zie steeds vaker dat die rol ook wordt gepakt. Dat leidt tot meer lokaal eigenaarschap, zeggenschap en ondernemerschap. Als ergens innovatie kan ontstaan, is het wel door bewonersinitiatieven! Gebieden worden op een integrale manier ontwikkeld met natuurinclusieve landbouw. In combinatie met tiny houses, duurzame energieopwekking en gemeenschappelijke (gezondheids)voorzieningen. De inzet van bewonersinitiatieven is ook een vorm maatschappelijke democratie. Ze zorgen voor een gezondere en gelijkwaardigere verhouding tussen burgers, overheid en bedrijfsleven. Een samenleving waarin iedereen meedoet en de menselijke maat en zorg voor elkaar weer gewoon worden. Daarom is het de hoogste tijd dat bewonersinitiatieven de ruimte krijgen om volledig tot wasdom te komen. En daar ben ik na deze expeditie een stuk geruster op geworden. Ook al staan we nog aan het begin van deze ontwikkeling.”

Lees verder over de projecten